Stoer

De man naast me was een beetje nerveus. Mijn eerste wandelschoenen, zei hij schuchter. Hij wandelde sinds zijn pensioen veel, maar dan op gympen. Zijn vrouw had een tijdje geleden wandelschoenen gekocht, die bevielen erg goed, dus nu wilde hij er ook een paar. Waarom ik hoge schoenen van leer koos, vroeg hij. Ik mompelde maar wat, gewoon, ze zitten lekker en houden je voeten droog. 

Trots als een pauw stond hij voor me in de rij bij de kassa, een doos Meindls onder zijn arm. We keken allebei naar de blinkende rij waterflessen naast ons. Hij had een dopper in de auto, dat was toch beter dan steeds maar plastic wegwerpflesjes kopen. Of ik er ook een had. Nee, zei ik, ik heb in mijn rugzak een felblauwe kleenkanteen fles van staal. Niet dat ze beter drinken dan doppers, die kleenkanteens, maar ze zien er gewoon zo lekker stoer uit. Het oog wil tenslotte ook wat, als je wandelt.