Een reisverslag

DUDELANGE,  27 juli 2015 / Afgelopen nacht slecht geslapen. Regen, veel verkeerslawaai voor mijn Portugees pension, teveel koffie gisteravond. Ik mis thuis. Ik zie op tegen Frankrijk. Eenzelfde gevoel had ik toen ik in Eijsden sliep, en de Ardennen vreesde. Wallonië en Luxemburg werden mooi en onvergetelijk, dus waar maak ik me zorgen over?

Toen ik gisteren na mijn lunchpauze in het bos bij Remerschen definitief uit het Moezeldal omhoog klom, om mijn blik westwaarts te richten, veranderde het landschap in één klap. Weg liefelijk wijndal. Ik keek naar het zuiden uit op een verlaten, golvende landschap van graanvelden. Op de meeste velden was het graan al geoogst, er resteerden alleen nog maar kale stoppels. Hier en daar een plukje groen, in de verte donkere heuvels. Ik keek uit op Frankrijk. De lucht betrok, het begon te druppelen. Een groep kauwen draaide door de lucht.

Het leek Mordor wel.

image

Het landschap werd gedomineerd door de grote kerncentrale van Cattenom, zo’n 20 kilometer Frankrijk in. Vier grote koeltorens, meer dan 200 meter hoog, de rookpluimen vertelden me dat de centrale in bedrijf was. Het is een monsterlijke machine met een vermogen van meer dan 5.000 megawatt, dat is vier keer zo groot als de grootste energiecentrale in Nederland. Er werken meer dan 1.800 man dag en nacht om de productie van elektriciteit op gang te houden.

imageTerwijl ik mijn weg naar het westen vervolgde, bleven de torens in beeld. Trotse voorbeelden van les grands travaux die het grootse Frankrijk zo graag mag neerzetten – ook hier, in het ooit zo machtige Lotharingen van ijzererts en steenkool. Hier praten ze geen Engels of Duits (de talen die ik nog redelijk beheers), hier zijn vriendelijke overnachtingsadressen dun gezaaid (zodat ik lange tochten moet gaan maken, meer dan 35 km zal geen uitzondering worden), hier heeft mijn telefoon niet overal bereik (zodat mijn GPS landkaart het niet doet, en dan verdwaal ik echt). Ik ben al twee keer gewaarschuwd voor ontvolkte dorpen, zonder mogelijkheden voor ravitaillering.

Een desolaat landschap van verlaten mijnterreinen, steenkoolbergen en vervallen staalfabrieken. Op dat land keek ik gistermiddag tijdens mijn wandeling uit. Niks La Douce France. Grauw en hard, zo zag het eruit.

Aan het eind van de dag daalde ik af naar Mondorf-les-Bains, Luxemburgs kuuroord dat er beetje verloren bijligt. Klein broertje van Spa, dicht tegen de grens met Frankrijk, weggestopt in het dal van de Gander, een klein riviertje met geneeskrachtige bronnen.

———————

Wanneer ik vanochtend dan toch maar opsta, regent het pijpenstelen. Gelukkig heb ik maar een korte wandeling voor de boeg naar Dudelange, mijn laatste stop voor Lotharingen. Rond 10 uur wordt het wat droger. Ik ga met een onzeker gemoed op pad, regenpak aan, rugzak stevig aangetrokken. Er is deze ochtend geen water in het pension, ik neem een fles mineraalwater mee.

Tegenover mijn pension neem ik de voetbrug over de Gander. Nu ben ik eventjes in Lotharingen, maar niemand merkt me hier op. Tussen donkere dennenbomen door neem ik het pad langs de helling omhoog, langs de 13e eeuwse kapel van le Castell. Op zondag worden hier gebedsdiensten gehouden.

Er schiet een konijn voor me het struweel in. Ik kom weer op het plateaulandschap van gisteren. Regenvlagen teisteren de velden. Laaghangende wolken, een gure wind. Graanstoppels. Cattenom rookt uit alle vier zijn torens. Twee buizerds cirkelen om me heen. Ik zak weg in de modder van het drassige pad.

Na een uur keert het pad terug op Luxemburgse bodem. Ik word overvallen door een felle bui. Ik maak een korte stop in Aspelt. De zon breekt even door, ik hou mijn regenpak aan. Langs een rijtje bontgepleisterde huizen verlaat ik het dorp. Ik neem de grote weg naar Frisange. Rechts van mij nog steeds het bebost stroomdal van de Gander, links nog steeds de rookpluimen van Cattenom, nog heviger dan gisteren. Het vuur in de ovens wordt deze maandagochtend flink opgestookt, de vraag naar elektriciteit is hoog.

Na Frisange duikt het pad het bos in. Ik pauzeer, eet wat brood om de honger te stillen en drink wat bronwater uit mijn veldfles. Over de grote weg loop ik dwars door Hellange, en dan door het bos en langs de snelweg naar Dudelange. De stad ligt mooi, aan drie kanten beschermd door hoge heuvels. De noordzijde is open, gunstig gericht op de hoofdstad Luxemburg. Ik bereik de stad vanuit het oosten, maar mijn route buigt noordwaarts om de stad heen. Via de 411 meter hoge Mont St. Jean loop ik aan de westkant de stad in. Hoog op die heuvel stond in vroeger dagen een grote burcht, een schier onneembare vesting als voorpost in de verdediging van de stad Luxemburg tegen invallen van Bourgondiërs en Lotharingers.

Tegen vijven arriveer ik in de Rue Antoine Zinnen. Ik word vriendelijk onthaald door Isabelle Wachenheim, bij wie ik via AirBnB een slaapplaats voor de nacht heb geregeld. In de mail schreef ze al: Happy to meet a consultant Walker as myself! Ik zie uit naar een prettige kennismaking.

De douche is er warm en verfrissend. Om zeven uur staat het eten klaar, we praten over ons werk en het wandelen, en van Isabelle krijg ik nog wat laatste adviezen mee voor mijn tocht door duister Lotharingen, richting de Vogezen.

Morgenvroeg ga ik op pad.

4 reacties

  1. Mooi geschreven verhaal! Net als het leven een belevenis die meer dan de moeite waard is met zijn ups and downs. Ik las het graag!

    En alle sterkte op je laatste stuk. Ik leef met je mee.

  2. Hoi Tony,
    Oma en ik heb net je laatste berichten gelezen, en tot nu toe heeft ze alles bijgehouden. Ze vond het heel interessant.

    Grappig dat ik in het Hool woon, en wij menige straat van Luxemburg in onze wijk hebben.

    Ik en oma wensen je nog een paar interessante dagen toe voordat je weer naar huis toe komt, en nog heel veel wandelplezier.
    Jonathan en Riet

  3. Ha Tony, sterkte met de komende pittige kilometers. En weet: de Vogezen worden weer prachtig!

  4. Dag Tony, Jammer dat het weer niet meer zo mooi is, dat beneemt je de moed, maar je hebt al 3/4 van de voetreis achter de rug. Het laatste deel lukt vast ook wel. Ik heb op de kaart gezien hoever je al hebt gelopen. Ik neem mijn petje voor je af, nog succes met je wandeling morgen. Dag. moeder.

Reacties zijn gesloten.