DOORN, vrijdag 17 juli / Vandaag wilde ik een bericht schrijven over de uitkijktoren in de Kaapse Bossen, bij Doorn. Want die uitkijktoren, dat was het uiteindelijke doel van onze driedaagse wandeling.
Ooit, honderd jaar geleden, begon hier een soort van dagrecreatie. Er kwamen twee uitkijktorens, een prehistorische kei die je kon bewonderen, en de uitspanning Helenaheuvel. Een soort attractiepark in het bos, en je moest toegang betalen om erin te mogen.
Ooit, twintig jaar geleden, was de uitkijktoren een van de attracties waar ik met mijn kinderen heen ging. Met de bus naar Doorn, naar de uitkijktoren in het bos wandelen, rondkijken en dan verder wandelen naar Maarn en met de trein terug naar huis. Toen was het nog een houten toren. Staatsbosbeheer bouwde iedere zoveel jaren een nieuwe toren van boomstammen uit het omliggende bos. Althans, zo ging het verhaal.
In 2006 kwam er een vaste toren van staal. Tien meter hoger dan zijn houten voorgangers, en naar een stoer ontwerp. ‘Kaap’ staat erop boven de ingang, in stevige stalen letters.
Vandaag waren we er dus weer, voldaan dat we ons doel hadden bereikt. Bovenop konden we zien waar we gisteren hadden gelopen. Ik schoot een twintigtal foto’s van het omringende bos, met in de verte de Utrechtse Domtoren, voor bij dit bericht. Maar helaas, de batterij van mijn telefoon was bijna leeg en de foto’s mislukten allemaal, zodat ik maar een foto van ons ontbijt bijgevoegd heb.
Het was een fijne driedaagse wandeling, dicht bij huis, maar ook heel ver van de dagelijkse sleur. Ik kan het iedereen aanraden, je wordt er lekker moe van en je leert er van te relativeren. Kletsnat geregend? Ach, het wordt wel weer droog.