BEERSCHOTEN, vrijdag 9 april 2021 / Aan de rand van de parkeerplaats stond een man. Hij zwaaide met z’n armen op en neer, en van achteren naar voren. Hij leunde voorover tegen een bankje, en duwde zich af, alsof hij krachttraining aan het doen was. Maar dat was-ie niet aan het doen. Hij deed alsof. Al drie weken achter elkaar. En hij vroeg me elke week weer – die reflecterende bretels, die moet ik ook hebben, eigenlijk. Waar koop je die? Bij Intersport, zei ik dan, elke week weer. Oh ja, zei hij, en ging weer verder met armzwaaien. Een beetje heen en weer lopen, cooling down, weet je wel. Hij deed alsof-ie sportte, in z’n gewatteerde jas, met afgetrapte schoenen en een groezelige pantalon.
Vandaag klaagde hij over de eendjes en zwanen om hem heen. Alsof ik in de natuur sta, mopperde hij.
Hij deed me denken aan die man met z’n brommer, lange witte jas en oranje helm die bijna veertig jaar lang bij het stoplicht van de A2 in Vught het verkeer stond te regelen. Alsof, dan. Hand omhoog als het licht op rood sprong, bij groen fietsers aanmoedigen over te steken. Jarenlang, elke dag weer, totdat de A2 tussen Eindhoven en Den Bosch verbreed werd en de stoplichten verdwenen.
Dat soort mensen. Een beetje ongrijpbaar, in een eigen wereld, hoe zou het daar zijn, vraag ik me dan af. Als ze niet aan het sporten zijn, of niet het verkeer staan te regelen. Wat doen ze dan?