DE LEIJEN, vrijdag 8 mei 2020 / Of ik al wist waar ik vandaag ging wandelen, vroeg ze. Nou, dat was niet moeilijk, veel keus heb ik niet in deze OV-loze coronatijd. Door de stad, het Waterliniepad of het rondje Hollandsche Rading. En dat rondje is dan verreweg het mooiste, dus dat wandel ik bijna iedere week.
Elke week hetzelfde rondje lopen is geen straf, integendeel. Je ziet de natuur veranderen. Een weiland vol gele paardenbloemen verandert binnen één week in een pluizige vlakte, slootkanten groeien dicht met lisdodden en rondzwemmende meerkoetjes worden nestzitters worden opvoeders van een lint donzige kuikens.
Ooit had ik een vaste wandeling van Den Dolder naar Baarn. Nu dus vanuit huis naar Hollandsche Rading en terug. Ik heb nu ook een nieuwe boom gevonden, onderweg. Een nieuw ankerpunt, om even tegen te gaan zitten uitrusten. Het voelt nog wat onwennig, alsof ik mijn oude boom bij Den Dolder ontrouw ben. Maar die zal het wel begrijpen, want bomen zijn vol begrip, stevig geworteld en niet snel van hun stuk te brengen.
Mijn nieuwe boom staat wat meer in de drukte. Er komen veel wandelaars langs, meer dan bij mijn oude boom. Ik moet me er nog even toe zetten om echt met hem in gesprek te gaan, hem te omarmen, op mijn rug te gaan liggen, omhoog te kijken naar zijn kruin, naar het licht tussen zijn takken, want ja, bomenknuffelaars dat zijn maar rare mensen, wat zullen de mensen wel niet van me denken? Nou, ze doen maar, een boom hebben is fijn en ik zie nu al uit naar volgende week, als ik weer bij mijn boom zal zijn.