EISENBACH, 21 juli 2015 /
Ik ben hier al eens eerder geweest.
Ongeveer deze foto zit in het fotoboek van Oscar, maar dan met hem erbij, midden op de weg, wit weggetrokken van vermoeidheid.
Ik was hier samen met Oscar en Tijmen, op een driedaagse wandeltocht door het Ourdal. Ze waren 6 en 7 jaar oud. Een stommiteit, die wandeling, veel te zwaar en veel te hoog gegrepen voor matig voorbereide vaders en jonge kinderen. Ik wist bijvoorbeeld vooraf niet eens hoe lang en zwaar de etappes zouden worden. Nu, met mijn GPS, weet ik het wel. Onze etappe destijds was 20 km lang, met 500 hoogtemeters omhoog, en 550 meters omlaag.
Ik herinner me nog dat het erg zwaar was. Het miezerde. Om de haverklap moesten we uitrusten, en dan zag ik op de kaart dat we maar een heel klein stukje opgeschoven waren. We deden een uur over de eerste twee kilometer langs de rivier. Even schoot ik in paniek – “we redden het niet!”. Uiteindelijk redden we het wel, mede dankzij een onverwacht restaurantje bij de brug over de Our, waar we goulashsoep konden eten.
En steeds moedigde ik ze aan. Nog eventjes, dan hoeven we niet meer te klimmen, dan gaat het alleen nog maar omlaag. Of: We stoppen bij de volgende rotspartijen, ok? Of: over tien minuten, dan is er weer tijd voor een boterham Fred&Ed.
Op de berg waar de foto gemaakt is, hebben we net een onverwachte klim van 100 hoogtemeters gemaakt, als toetje na de soep. Eigenlijk dacht ik dat het alsmaar vlak rechtdoor was naar de camping (dat had ik ze ook beloofd), maar ik had de kaart niet goed bekeken. Dus: Ja Oscar, dit is ècht de laatste klim, daarna nog eventjes omlaag, dan zijn we er echt. (Hoe vaak had ik dat vandaag al gezegd?) Op het kruispunt van de foto dronken we ons laatste water, we gingen er nog even voor, tanden op elkaar. Uiteraard was de afdaling lastiger en langer dan beloofd, met nog wat klimmen tussendoor. Het werd slepen, duwen, trekken.
Vanmiddag zit ik er weer, op het kruispunt. Waarschijnlijk een beetje wit weggetrokken van de vermoeidheid. Ik maak de foto en neem mijn laatste water, we gaan er nog even voor, tanden op elkaar. Ja, het is echt de allerlaatste afdaling voor vandaag, dan ben je er. De afdaling die alweer langer en vervelender is dan beloofd. Maar dat geeft niet zo, we zijn er zometeen toch echt, toch?
Nee, dus. Ik was even vergeten dat ik niet op dezelfde camping zit als toen. Ik moet nog vier kilometer door. Het pad gaat onverwachts nóg een keer naar de kam, 100 meter abrupt de hoogte in, steil over een rotspartij met trappen en zigzaggen, er komt geen einde aan, omhoog, nog meer omhoog, ik heb geen water meer, het is heet, ik heb dorst, het wordt trekken, duwen, slepen – Oscars wraak voor al die loze beloftes van twaalf jaar geleden?
“Je bent er ècht zo, echt waar. Nog een klein stukje.”
Indrukwekkend verhaal, en zonder overdrijven meesterlijk geschreven.
Dank je wel
Tssss… Ik ben dus niet gedelete….
In de voetsporen van Oscar!
Meegesleept, ik ben er stil van…..
Jongen, wat een verhaal, verleden en heden mooi bij elkaar gebracht!
Hey hey, ik herinner mij het toch iets anders hoor. Volgens mij ging het toen wel aardig!
Jazeker het ging heel aardig maar er zitten altijd twee kanten aan de zaak. Je onthoudt het mooie, de,bloed, zweet en tranen vergeet. Ik had eergisteren ook een goede dag, maar ook die was erg zwaar, en dat maakt het vaak des te mooier.
En: met 6 en 7 jarigen erbij kan er wel wat misgaan, echt verantwoord was het misschien niet.
Nouja, ik heb er in ieder geval geen jeugd-trauma aan over gehouden en ik wandel nog steeds graag 😉