BAARN, vrijdag 9 oktober 2020 / Dat zal je nou altijd zien! Neem je je verrekijker een keertje niet mee uit wandelen, staan ze bij de Hogekampse Plas met z’n allen naar vogels te turen. Er komt zometeen vast een zeldzame wintergast overvliegen. En in Beerschoten zit een grote groep vogels in de bomen die er anders nooit zitten, maar zonder kijker kan ik natuurlijk niet zien wat ’t zijn. Zo op het blote oog zijn het allemaal kbv’tjes, kleine bruine vogeltjes.
Maar ik heb mijn verrekijker niet zomaar thuis gelaten, oh nee! In mijn rugzak zitten nu twee lege voorraadbakken, ik ben op paddenstoelenjacht. Vorige week had ik ze al gespot, de kastanjeboleten, nu kom ik ze halen, voor over de pasta. Maar het zit me niet mee, ik krijg ternauwernood één bak gevuld, met een stuk of acht boleten. Ze zijn wel puntgaaf en lekker stevig. Het zijn jonge exemplaren, het is ook nog erg vroeg in het seizoen.
Maar dan! Bij Lage Vuursche – een joekel van een eekhoorntjesbrood. Vier ons, schoon aan de haak. Ik heb nog nooit eerder eekhoorntjesbrood geplukt of gegeten, laat staan zo’n grote, het is een echte, ik jubel door het bos.
Thuis stoof ik boleten en brood in olijfolie met boter, een rode ui, een teentje knoflook, een snufje zout en wat tijm. Over de verse pasta, geraspte parmigiano erover, klaar.
Er gaat niks boven een zelf in het bos geplukte maaltijd.