Vrijdag 5 juni 2020 / Onderaan de voetgangersbrug over de Noordelijke Randweg Utrecht ligt een ondefinieerbaar wit dingetje, twee witte dingetjes, eigenlijk. Het ziet er onsmakelijk uit. Verderop liggen de restanten van een kapsalon, een prop zilverpapier en een snickerswikkel. Op het water drijft een grote witte plaat, plastic of meubelplaat. Uit het gras springt geschrokken een reebok op. In de berm een fel rode lap stof, nee, het is een schitterend blad van de ridderzuring.
De parkeerplaats bij de Kooijdijk is bezaaid met troep, maar wat wil je ook, de prullenbak hangt aan de verkeerde kant van de houten omheining, met z’n rug naar de auto’s.
Bij de molen van Westbroek ligt een steeksleutel 10-11, en voorbij de snackbar een chipszakje, keurig gevuld met restanten van een picknick, netjes alles opgeruimd maar toen alsnog weggegooid, jammer. Even verderop een pakje eco-zakdoekjes. Een foedraal hondenpoepzakjes met een lange slinger zakjes eraan. Her en der wat colablikjes, sigarettenpakjes en wat peuken. Bij thuiskomst in mijn tuin een grote zak groene Haribo kikkers.
Zomaar wat dingen die ik vandaag tegenkwam, in het bos en in de polder.
Het laatste uur van mijn wandeling kwam ik overigens niets dan diepe plassen tegen. Het regende gestaag en dat werd tijd, mijn schoenen zogen zich weldadig vol water, na weken stof en droogte.